Dieter
Leyssen
Duid een recente architecturale productie aan die u interessant vindt en licht uw keuze toe.
Onder de noemer ‘État de Lieu’, vonden er in 2014 op verschillende plekken in de stad een reeks publieke gesprekken plaats. In tijdelijke installaties in publieke ruimte werd de rol van architectuur in, en theorie over de stad, bediscussieerd. XGDA’s ontwerp voor het Rogier-plein werden besproken in relatie tot Bruno Latour. Allee du Kaai op de Materialenkaai en Michel Foucault. De installaties waren eenvoudig maar uitnodigend, en transformeerde de publieke ruimte in een plek voor gesprek. Stadsontwerp en filosofie werden onderwerp van een gesprek waar ook een toevallige voorbijganger aan kon deelnemen.
Wat is uw mening over de architecturale context vandaag in Brussel?
De aandacht voor tijdelijke gebruik leidde recent al tot boeiende discussies: voor wie? met welk uiteindelijk doel? word uitstel niet snel afstel? In de kanaalzone, de noordwijk, en vele andere plekken in Brussel werd het een instrument om nieuwe actoren te introduceren, om praktijken te laten groeien en zo de status quo van de stad te bevragen. De relatief open discussie tussen publieke, private en civieke spelers in deze beweging (maar ook in andere, zoals rond de productieve stad, de voetgangerzone of de kleine ring), is een kwaliteit die ik nog in weinig andere steden terug vond. Brussel kan hierop in de toekomst nog meer op bouwen.
Stel uzelf in een paar regels voor.
Ik ben architect en stadssocioloog en partner bij 51N4E. Samen met mijn collega’s ben ik in Brussel betrokken bij transitietrajecten in de Noordwijk en de Heyvaertwijk, waar we met sociaal-ruimtelijk onderzoek stadsprojecten ondersteunen.